Boerderijen en hun bewoners

Boek III 1976 – 1999 > heden

nr. 198b

T. DE KLEINE – Reiderwolderpolder 1, Finsterwolde. ‘Knorrenburg’

Bewoners met dienstverband: Tiemo de Kleine, geb. 13-1-1972 te Koekange, geh. 30-5-1997 te Echten met Herjanke Albertine Brasse, geb. 11-7-1973 te Echten.
K.: Arno, geb. 25-1-2000 te Winschoten.
Remco, 23-11-2001 te Winschoten.

Eig.: Gerhardus Wilhelmus Marinus Driessen, geb. 5-7-1959 te Lierop, geh. 18-1-1985 te Asten met Sylvia Catharina Maria Aarts, geb. 14-8-1966 te Asten.
K.: Linda, geb. 15-10-1988 te Someren.
Suzan, geb. 28-3-1990 te Someren.
Monique, geb. 24-5-1996 te Someren.

Het vleesvarkensbedrijf staat op 1.70 ha grond. In 1994 is een stal gebouwd, die in 2010 is gerenoveerd (1800 plaatsen), gevolgd door een tweede in 1996, die in 2000 is verlengd (3800 plaatsen). In 2005 wordt de 3de stal gebouwd voor 1900 plaatsen.

Driessen koopt in 1997 van J.B. Haayer 176 met 0.92 ha grond en vraagt hiervoor een vergunning aan voor het houden van vleesvarkens.

Als Cornelis Louris Kremer, geb. 15-7-1935 te Olst, geh. 16-6-1961 te Finsterwolde met Maria Grietje de Vries, geb. 1-12-1937 te Finsterwolde, bedrijfsleider is, wordt 198b door mevr. Heddema-Kremer en de erfgenamen van Tonnis Klaas Kremer bij openbare inschrijving verkocht. Het land en de gebouwen worden aan vier personen verkocht. F. Venekamp te Glimmen koopt het gebouw en begint een geitenmelkerij. Brand verwoest de gebouwen, de 900 geiten komen om. Na herbouw in 1988 verkoopt Venekamp de boerderij aan Driessen.

Het echtpaar Kremer-de Vries vertrekt naar 213. C.L. Kremer treedt in dienst bij Landbouwbedrijf Oost-Groningen B.V., die het land heeft gekocht van de gem. Groningen. Sinds 1992 is het echtpaar woonachtig in Nieuw-Beerta.
Eerder zijn tot 1961 bedrijfsleider op dit bedrijf Evert Nanninga, geh. met Hindriktje Bleeker en Afinus Feiken, geh. met Grietje Wilhelmina Veldkamp.

Na de inpoldering koopt J.H.J. Mensinga (boek I, 122) 80 ha land en zet daarop de bebouwing van voor de brand, inclusief de arbeiderswoning. Zijn dochter Geessiene Antje Jantina Mensinga trouwt met Klaas Tonnis Kremer (boek I, 148) en krijgt bij haar huwelijk de boerderij in de Reiderwolderpolder mee. De zoon Durandus Kornelius Kremer is een tijdlang boer op deze boerderij.